Cor Koster 
             
            De Paradox van Putter  
            Vraag mensen of Wijdemeren zelfstandig moet   blijven, en ze zeggen ‘ja’. Daar heb je geen enquête voor nodig, zo vindt   Putter, terecht.    Maar als je onze burgers zou vragen of ze zich Wijdemeerder voelen, dan zeggen   ze ‘nee’. 
            Inwoners van onze gemeente voelen zich Ankevener of Berger of   zelfs Loosdrechter. Daar heeft de sociale psychologie ingewikkelde   multidimensionale verklaringsmodellen voor, maar het ligt allemaal zó voor de   hand dat iedereen het kan begrijpen: we identificeren ons met kleine groepen, in   locaties die we kennen. En we zijn allemaal zo behoudend als een   Spakenburger. 
            Zeggenschap 
            Als je zelfstandig blijft, heb je   zeggenschap over wat er in je eigen omgeving gebeurt. Althans, dat denkt men. In   die optiek betekent fuseren met Hilversum dat je jezelf uitlevert zodat anderen   vervolgens over jou gaan beslissen. Wat Putter en anderen niet lijken te   beseffen is dat je, juist als je zelfstandig blijft, je bestuurlijke   zelfstandigheid opgeeft, gewoon omdat een gemeente als Wijdemeren te klein is om   alle verplichte taken zelf uit te kunnen voeren. Daardoor is het hebben van   samenwerkingsverbanden noodzakelijk. 
            Dergelijke samenwerkingsverbanden   bestaan al lang. Met andere gemeenten in het Gooi werken we o.a. samen in de   Grondstoffen en Afvalstoffendienst (GAD), de Gemeentelijke Gezondheidsdienst   (GGD) en de Regionale Ambulance Voorziening (RAV). Sinds kort is daar de   Veiligheidsregio G&V bijgekomen die zich bezighoudt met rampenbestrijding.   En dan hebben we natuurlijk de drie grote decentralisaties in het sociale domein   waarmee we nu geconfronteerd worden:  de Jeugdzorg, de Participatiewet en de   overgang van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wet   maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Daarbij is samenwerking gewoon   verplicht. 
            Democratische controle 
            Het is ook allemaal erg logisch   dat brandweerkorpsen in de regio samenwerken, en dat je niet alleen in je eigen   dorp het vuilnis ophaalt. Ook die drie decentralisaties eisen dat je zaken samen   aanpakt met andere gemeenten en daarvoor een structuur optuigt. Maar er is wèl   een heel groot probleem: al die verbanden onttrekken zich aan democratische   controle.    Onlangs illustreerden de raadsleden Martin Vuijk (VVD) en Dik van Enk (CDA) dit   heel treffend aan de hand van de plannen voor een regionaal oefencentrum voor de   brandweer. Wijdemeren moet straks honderdduizenden euro’s betalen omdat anderen in de regio   iets willen wat wij (onze gemeenteraad) misschien weggegooid geld vinden. 
            Paradox 
            Het zou goed zijn als Putter en de actiegroep   ‘Wijdemeren2020’, die zo vóór de zelfstandigheid van Wijdemeren zijn, zouden   beseffen hoe paradoxaal hun houding is. Immers, hoe kleiner een gemeente, hoe   dwingender de noodzaak om samenwerkingsverbanden op te zetten, en hoe minder   invloed je hebt. Met zijn opvattingen over zogenaamde zelfstandigheid is Putter   kennelijk bereid onze bestuurlijke autonomie grotendeels in te leveren, want   over al die samenwerkingsverbanden heeft onze gemeenteraad (‘wij’, dus) niets of   vrijwel niets te zeggen. Daar is ook een mooie term voor: ‘het democratisch   tekort’. Tel uit je winst… 
            Cor Koster 
            Nederhorst den Berg  |