WIJDEMEERSE WEBKRANT
.
RvS: Einde aan Villakwestie
Kortenhoef, do 9 mei 2013

De Raad van State deed gisteren uitspraak in de villakwestie in Kortenhoef. De gemeente werd in het gelijk gesteld. Zij verleende terecht een bouwvergunning.

In het kort waar de kwestie over ging. Ten tijde van het wethouderschap van Wim Neef (CDA) werd aan zijn zwager (Lüschen) een bouwvergunning verleend voor twee villa's. Eén van die villa's komt deels voor de woning van de familie Vermeire te staan, die daarmee haar vrije uitzicht kwijtraakt. De familie Vermeire was niet op de hoogte van de verleende bouwvergunning en startte daarom juridische procedures om de bouw te voorkomen. Wat de zaak extra ingewikkeld maakte was de familierelatie van de wethouder met de heer Lüschen. Bovendien ontstond er ernstige twijfel over het correct handelen van Lüschen bij het inmeten van zijn grond door het kadaster, het startpunt voor het verlenen van de bouwvergunning als compensatie.

Onder een eerder college werd al eens een onderzoek naar de integriteit van wethouder Wim Neef in deze kwestie uitgevoerd. Daaruit bleek geen handelen in strijd met zijn integriteit. Toen de kwestie vorig jaar opnieuw opspeelde, werd aan het bureau BING gevraagd om een diepgaand onderzoek naar de kwestie en het handelen van alle betrokkenen te doen. Ook daaruit kwamen geen aanwijzingen dat er dingen waren gebeurd die het daglicht niet konden zien.

De uitspraak van de Raad van State, waarover burgemeester Martijn Smit hieronder schrijft, is (vooralsnog?) het sluitstuk van de juridische procedures. De originele brief is hier te vinden.

Dossier Neef-Zuidsingel fase 7

burgemeestersbrief

Geachte raadsleden,

Vandaag heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlening van een bouwvergunning onder vrijstelling aan de heer Lüschen. Hiermee wil ik u op de hoogte brengen van deze uitspraak. De Afdeling verklaart het beroep van Vermeire tegen het collegebesluit van 27 maart 2012 ongegrond. Ook het hoger beroep van Vermeire en het hoger beroep van Lüschen zijn ongegrond verklaard. Dit betekent dat de beslissing van 27 maart 2012 om een bouwvergunning met vrijstelling ten behoeve van de heer Lüschen te verlenen, onherroepelijk is geworden. Hiertegen staat dus geen rechtsmiddel meer open.

Twee onderwerpen komen in de uitspraak van de Afdeling uitvoerig aan bod:

  1. De rol van de oud-wethouder Neef bij de totstandkoming van de overeenkomst uit 2005 en bij de besluitvorming van het college nadien.
  2. De belangenafweging die het college heeft gemaakt bij de verlening van de bouwvergunning onder vrijstelling, en met name de belangen van Vermeire op het gebied van bezonning, daglichttoetreding en privacy.

De Afdeling heeft hierover het volgende geoordeeld.

Ad 1.

Het college heeft zich, mede onder verwijzing naar de rapportage van BING, terecht op het
standpunt gesteld dat Neef met de ondertekening van eerdergenoemde overeenkomst de
besluitvorming over de vergunningaanvraag niet heeft beïnvloed, als bedoeld in artikel 2:4,
lid 2 Awb.

Ad 2.

Naar aanleiding van de uitspraak van de Rechtbank op 7 februari 2012 heeft het college het bureau Peutz gevraagd onderzoek te doen naar de invloed van het bouwplan op de woning van Vermeire op het gebied van zonlicht en daglichttoetreding. De Afdeling overweegt dat voor bezonning geen wettelijke eisen gelden en dat het aan het college is om alle relevante belangen af te wegen. De resultaten van het onderzoek naar bezonning en daglichttoetreding laten een geringe invloed van het bouwplan op de woning van Vermeire zien. Van een ingrijpende inbreuk op de belangen van Vermeire is geen sprake. De Afdeling is van oordeel dat het college het rapport van Peutz aan zijn besluit ten grondslag heeft kunnen leggen. Het college heeft daarom in redelijkheid kunnen besluiten vrijstelling te verlenen.

Vervolgens heeft het college door het opnemen in de bouwtekening van niet doorzichtig glas in de ramen aan de noordzijde, voldoende rekening gehouden met de privacy van Vermeire. Het college heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat het bouwplan in zoverre de privacy van Vermeire niet aantast.

Tot slot geeft de Afdeling aan dat het college een afweging maakt van alle betrokken belangen, waarvan het belang van omwonenden slechts een van de belangen betreft. Het college heeft zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het realiseren van een bouwplan geen onevenredige afbreuk doet aan de belangen van Vermeire.

Voor de integrale uitspraak van de Afdeling verwijs ik u naar de website van de Raad van State, uitspraken van 8 mei, onder nummer: 201202898/1/A1.

Met vriendelijke groet,

De burgemeester van Wijdemeren

Drs. M.E. Smit

De plaatsing van een bericht gebeurt conform de regels en condities die de WWK daarvoor hanteert.

 

 

 

bron
ing. brief
foto
---
auteur
WWK/M. Smit
editor
Rik Jungmann
verder
terug
home
RSS feed van de WWK.  Volg de WWK op Twitter
reageer
zoek
nieuwsbrief